De sociaal-circulaire hubs zijn lokale partnerschappen : in hun regio geven ze nieuw circulair ondernemerschap met een sociale impact een extra boost. De partnerschappen zijn bewust divers, met aan boord ondernemingen, maatwerkbedrijven, stads- of gemeentebesturen, kennisinstellingen, social profitorganisaties, ...
Wat gaan de hubs doen?
De hubs zijn hét aanspreekpunt voor lokale ondernemers die de brug willen slaan tussen circulaire en sociale economie. De hubs stimuleren hiervoor onderlinge samenwerking en innovatie en bieden hun kennis en netwerk aan. De meeste hubs richten hun pijlen op een selectie van sectoren die voor hun omgeving van belang zijn, zoals bijvoorbeeld ICT, textiel of voeding.
De hubs realiseren hun doelen met een arsenaal aan netwerkevents, infopunten, hackatons*, trainingen, materiaalkaarten, coaching, enzovoort.
*Een hackathon is een evenement waarin deelnemers met verschillende expertises in teamverband een probleemstuk proberen op te lossen in een kort tijdsbestek.
Waarom bestaan de hubs?
Enerzijds zitten we in een ecologische crisis: ons gebruik van grondstoffen heeft een onhoudbare impact op de planeet. Die impact moet ingeperkt worden. Anderzijds zijn we erg kwetsbaar: de meeste grondstoffen in onze economie komen uit het buitenland. Schokken in de bevoorrading voelen we hier meteen: aan de pomp, in de winkel, op de bouwwerf. De concurrentiestrijd om grondstoffen zal ook alleen maar toenemen. Die afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen moet dus ook ingeperkt worden.
Efficiënter omgaan met grondstoffen, materialen, energie, water, ruimte en voedsel door kringlopen slim te sluiten is dus de boodschap. Als we dat bovendien slim aanpakken, vallen er ook sociale winsten te boeken: vooral in de vorm van betaalbaarheid van onze behoeften en de creatie van nieuwe jobs. De transitie naar een circulaire economie is dan ook een belangrijke ambitie van de Vlaamse regering.
Het omzetten van die ambities in concrete acties en duurzame verdienmodellen is echter voor ondernemers niet evident. Daarvoor zijn netwerken, informatie, praktijkvoorbeelden en begeleiding nodig.
Voor sociaal circulair ondernemerschap -op het kruispunt tussen sociale en 'gewone' circulaire economie- was er tot voor kort nog een lacune in dat soort aanbod. Nochtans zitten er voor de sociale economie grote kansen in de circulaire economie. Denk maar aan jobs in herstel en onderhoud, wasdiensten van herbruikbare spullen, sorteerwerk, terugname-logistiek enzovoort. Daarom ondersteunen ministers Hilde Crevits, bevoegd voor sociale economie, en Zuhal Demir, bevoegd voor omgeving, de 12 regionale sociaal-circulaire hubs.
Welke 12 hubs zijn er?
De erkende hubs zijn:
De Keet Aalst
Circular Hub Brugge
Circulaire HUB Sociale en Reguliere Economie Genk
Sociaal-Circulaire Hub Gent
COCIRC Hasselt
Sociaal-Circulaire Hub Kempen+
CICO HUB Kortrijk
C3000 Leuven
CE hub regio Mechelen
SCHOUDER Oudenaarde
Repair zkt HUB(s) (4 regio's)
Smart Loops Vlaams-Brabant
Wie ondersteunt de hubs?
De hubs krijgen financiële ondersteuning voor hun werking tot eind 2022 door:
Departement Werk & Sociale Economie (afdeling ESF & Duurzaam Ondernemen en de afdeling Sociale Economie & Werkbaar Werk);
De subsidie dekt maximaal 80% van de werkingskosten en is afgetopt op 160.000 euro per hub. In de verkenningsfase ontvingen de hubs na een pre-selectie 15.000 euro om hun project verder vorm te geven.
Ook de Koning Boudewijnstichting is betrokken partij. Zij financieren het lerend netwerk tussen de 12 hubs. Dankzij dat netwerk kunnen de hubs vlot van elkaar leren, hoeven ze niet alles zelf uit te vinden en kan de buitenwereld mee leren.